Problemen:
In de piramide van Dilts heeft je identiteit een duw gekregen. Dit op een moment in je leven dat de identiteit tot maturiteit komt. Door incongruentie in identiteit ontstaan ook incongruenties in de volgende lagen van de piramide. Je overtuiging en waarden worden vervormd, je vermogen wordt aangetast en je gedrag in je studeersituatie vertoont vreemde sprongen. Hier som ik enkele van die sprongen op.
1. Concentratieprobleem
Doorgaans worstel je als jong volwassene met emotionele conflicten. Doordat je continu met je studies aan de slag bent, is de kans groot dat er een sterke verwevenheid ontstaat tussen de emotionele conflicten en de conflicten specifiek verbonden met je studie. Je emoties nemen steeds meer de overhand. En jij schuift de schuld af op je studies.
Meer nog, je creëert faalangst door je prestatiegebondenheid bij beoordelingssituaties. Deze prestatiegebondenheid is de impuls die je ouders je meegeven bij aanvang (en al lang daarvoor) van je studies.
Je denkpatroon voldoet aan regels die voor andere jonge volwassenen niet gelden. Zo denk je aan datgene wat je niet wilt laten gebeuren en stel jeje voor dat (?het?) nu plaatsvindt. De focus ligt op het hoogtepunt van de ellende. Gevolgen kunnen niet uitblijven. Je gaat obsessief studeren, je vertoont concentratieproblemen, je blinkt uit in het perfectionistisch studeren, je doet aan zelfoverschatting en tracht continu je examens uit te stellen. Dit alles resulteert in serieuze afstudeerproblemen.
Studietrajecten van 8 jaar en meer zijn niet abnormaal. Je hebt immers de capaciteiten om te slagen en een heel sterk karakter om deze processie van Echternach vol te houden.
2. Keuzeprobleem
"Kiezen wat je werkelijk wilt, willen wat je kiest", denk daar eens over na. De keuzes worden ingegeven door je ouders. Je weet het niet meer. Telkens je kiest, blijkt een andere keuze een waardig alternatief. Zodra je hierop ingaat, doemt weer een ander aanlokkelijk alternatief op. Dit komt omdat je zelf geen keuze kan maken. Het is vanuit een ideaal beeld dat je denkt te weten wat je moet doen. Vermits dit niet in congruentie is met je eigen identiteit, blijft de twijfel toeslaan.
3. Uitstelgedrag
Dit is het gevolg van een zwaar negatief zelfbeeld. Je zit volledig in de tunnel. Je ouders hebben een ideale zelf voor je gecreëerd en jij voldoet hoegenaamd niet aan dat beeld. Je zit in je gedramatiseerde zelf. Hier is het turen naar het einde van die lange, donkere en hol klinkende tunnel. In plaats van te ageren, laat je de dingen maar hun beloop gaan. Je stelt alles uit tot op het laatste moment. Meestal is dit te laat.