3 Tips: Hoe faalangst bij studenten verminderen!


Hoe ontstaat faalangst?

Het is niet slecht om een inzicht te verkrijgen in je eigen denken en voelen bij het studeren. Dit denken en voelen, zeker als het leidt tot faalangst, zullen je telkens dezelfde richting uitsturen. Daarom geef ik hier aan de hand van een metafoor een kort inzicht in het ontstaan van faalangst. Daarna kan je aan de slag met oefeningen om faalangst (of emoties, gedachten en gedrag die je studieritme ondermijnen) bij te sturen. 

Vorige week: Uit alles wat ik in het verleden geleerd heb, weet ik dat het rood is, luid klinkt en stilstaat. Deze overtuiging heb ik omdat ik vanaf mijn geboorte opgegroeid ben in deze wereld en dit het resultaat is.

Gisteren: Ik kreeg een vraag op mijn examen. Ik heb deze naar best vermogen beantwoord. Dit antwoord heb ik geformuleerd vanuit al mijn kennis op dat ogenblik. Deze kennis heb ik opgedaan tijdens mijn levensjaren. Het resultaat komt uit mijn denken en voelen.

Vandaag: Ik ben gebuisd. Het antwoord op de vraag was blauw, stil en beweging. Nu zit ik (zelf) hier te denken: Had ik maar geantwoord? (ideale zelf) Nee, ik heb spijtig genoeg geantwoord. ( gedramatiseerde zelf).

Door te zeggen: "had ik maar", creëer je een ideaal beeld van jezelf. Dit beeld is in staat om alle examenvragen te beantwoorden. Logisch want het beeld is 'ideaal'.
Nochtans heb je geantwoord naar best vermogen. Waarom een 'ideaal' beeld van jezelf creëren? Met de beste bedoelingen van de wereld kan je nooit voldoen aan dit 'ideale' beeld. 

Door op te kijken naar dit 'ideale' beeld, ga je jezelf slechter voelen. Je creëert een gedramatiseerd beeld van jezelf. Hier kan je wel aan voldoen. Dit doe je dan ook heel consequent.

Als je deze situatie vaak genoeg herhaalt, verval je automatisch in 'faalangst'. Dit geldt voor studeren. Dit geldt ook voor andere situaties in je leven. Bijvoorbeeld een presentatie geven, een vergadering leiden,sport beoefenen, gaan dansen, enz. ...

Oplossingen:

Ik knip met mijn vingers en het is weg: "knip".

Deze techniek kan werken. Voor alle andere mensen is het meer een kwestie van 'omgaan met'. 

Je hebt zonet ervaren hoe 'faalangst' ontstaat. Grijp in op dit proces en er gaat een nieuwe, lichtere en muzikale wereld voor je open. Dit garandeer ik je. Doe dit door in te grijpen op je eigen gevoelens, je eigen gedachten en je eigen gedrag. Het bijsturen ervan ontneemt de intense spanning zowel bij het studeren als bij het afleggen van een examen.

Daarom deze 3 tips...


Tip 1. Gevoelens.

Zodra je gaat studeren, heb je daar een gevoel bij. Voor iemand met 'faalangst' zijn dit zware gevoelens zoals minderwaardigheid, mislukking, angst, woede, ... . Je gaat als het ware zitten in je gedramatiseerde zelf. 

Door gebruik te maken van ‘de zak van Sinterklaas’ ga je ervaren dat je zelf deze negatieve gevoelens kan bijsturen. Je hoort het goed, als je dat wilt, kan je op elk moment andere gevoelens ervaren. Handig, niet?

Net zoals het verwerken van leerstof worden gevoelens in bepaalde situaties opgeslagen in de zak van de Sint. Je weet nog wel, in de nek van de zak met het touw er rond. Daar gebeurde de visuele, auditieve en kinesthetische filtering. In de zak heb je dan het cadeautje met het stukje informatie van de leerstof. Je gevoel bij het studeren is net zo'n cadeautje. Het heeft een welbepaald visueel, auditief en kinesthetisch aspect.  De modaliteiten van je gevoel bij het studeren kan je, net zoals je gedaan hebt bij het verwerken van de leerstof, bijsturen. 

Dit doe je door in te grijpen op de submodaliteiten van de modaliteiten. Wat zeg je?
Kijk maar:
Ervaringen kan je indelen in:
               Modaliteiten Submodaliteiten
            Visuele aspecten                     :    kleur, vorm, ontwerp, positie, ...
            Auditieve aspecten                  :    tempo, toon, stilte, ritme, volume, ...
            Kinesthetische aspecten          :    beweging, zacht aanvoelen, pijn, ...
            
Bij het plaatsen van het anker van rust had je een beeld voor ogen. Door de kleur, tempo en beweging van dit beeld aan te passen, ervaar je een ander gevoel. Echt waar. Doe nu volgende oefening. 

Oefening:
Het is nuttig dat je de verandering van gevoel ervaart bij het aanpassen van de submodaliteiten. Daarom volgende oefening. Zet je per 3 in groep. Neem een blad papier en de lijst met submodaliteiten. Spreek af wie meta, medewerker en leidinggevende is. De meta noteert de veranderingen en de reacties van de medewerker op papier. De leidinggevende doet de oefening samen met de medewerker. De oefening wordt herhaald tot iedereen elke rol gespeeld heeft.

De medewerker sluit zijn ogen en gaat terug naar een situatie waarin hij zich goed voelt in zijn vel. Hij houdt dit beeld voor ogen.

De leidinggevende vraagt toestemming om dit beeld te mogen veranderen en op het einde van de oefening terug te brengen in de originele toestand. Deze toestemming is belangrijk omdat je ingrijpt op iemands gevoel. Enkel de persoon zelf (medewerker) kan deze toestemming geven. 

De leidinggevende hoeft niet te weten welk beeld de medewerker in zijn gedachten heeft. Dit behoort tot de privé-sfeer van de medewerker. 

De vraagstelling van de leidinggevende verloopt als volgt.
Heeft je beeld visuele aspecten? (indien nee, gebruik een andere modaliteit)
Is dit beeld in kleur of zwart-wit? (indien nee, gebruik een andere submodaliteit)
Als het in kleur is verander het dan in zwart-wit.
Wat ervaar je? (indien niets, gebruik dan een andere submodaliteit)

Breng het zwart-wit terug naar de toestand zoals daarvoor.

Herhaal dit proces tot je een 10-tal submodaliteiten hebt. Zorg ervoor dat deze van verschillende modaliteiten zijn.

Bespreking:
Door het veranderen van de submodaliteiten, verander je ook het gevoel dat ermee samen hangt. Van dit effect kan je gebruik maken. Voeg submodaliteiten van een prettige ervaring toe aan de submodaliteiten van een minder prettige ervaring. Je kleurt opnieuw de minder prettige ervaring tot een meer prettige ervaring. 

Oefening:

Gebruik de submodaliteiten die je genoteerd hebt bij de vorige oefening. 

De medewerker gaat een beeld oproepen van het moment waarbij hij tijdens het studeren een slecht gevoel heeft. Bijvoorbeeld: vorige week diende ik een korte scriptie af te geven. Zoals altijd ben ik er te laat aan begonnen. Ik zat die avond te staren naar mijn blad en het leek alsof ik nog een berg werk diende te verzetten. 
Dit is een typische situatie om mee te werken.

Let op: kruip NIET in het gevoel van 'faalangst'. Roep geen situatie op waarbij je 'faalangst' in zijn volle intensiteit ervaren hebt. Dit zou te hevig zijn. Gebruik een gelijkaardige situatie met een minder sterk negatief gevoel. Dit heeft ook effect voor de momenten van 'faalangst' en is minder intens. Je kunt verschillende aanleunende situaties nemen en zodoende het gevoel van 'faalangst' helemaal ondermijnen. Dit zonder daadwerkelijk met 'faalangst' aan het werk te gaan.

De leidinggevende vraagt toestemming om de submodaliteiten in deze minder prettige ervaring bij te sturen.

De leidinggevende vervangt de submodaliteiten van de minder goede ervaring met de submodaliteiten van de betere ervaring.

Bespreking:
Om te controleren of deze oefening effect ressorteert, ga je even in gedachten naar een toekomstige en gelijkaardige situatie. Voel je enig verschil met de vorige situatie waarin je je slecht voelde?

Submodaliteiten van een gevoel zijn als stenen van een omgekeerde piramide. Door de submodaliteiten te veranderen, haal je stenen uit de piramide. Als je geluk hebt, verander je de overheersende submodaliteit die de gehele negatieve ervaring draagt. Je haalt als het ware een aantal stenen uit de top van de piramide waardoor deze volledig uiteen valt. Hierdoor veranderen betekenis en emotionele lading van je negatieve ervaring. 

Tip 2. Gedachten:

Bijvoorbeeld: "ik krijg zeker een vraag uit het hoofdstuk dat ik het minst heb geleerd" . 

Deze gedachte grijpt terug naar de situatie waarin je voor jezelf hebt uitgemaakt dat je 'alle' leerstof perfect dient te beheersen. Dit is een zekere weg naar de tunnel.

GEEF JEZELF RUIMTE. 
Het is maar een examen en het hoeft niet perfect te zijn om je doel (outcome) te behalen. Je bent gewoon briljant zoals je nu bent. 

Om deze ruimte kracht bij te zetten, kan je volgende oefening doen van Sambhavi Mundra.

Oefening:

In je hoofd, op de plaats waar je je symbool geplaatst hebt, ligt een punt. Dit punt wordt in het Oosten 'anja' genoemd. Het is een heel speciaal punt. Het is namelijk verantwoordelijk voor je hormoonhuishouding. Net zoals je tegen planten zou praten om ze beter te doen groeien, zeg je positieve dingen tegen ‘anja’.

Sluit je ogen en visualiseer je anja als een witte vlek. Steeds meer wit licht stroomt binnen. Luister hoe het binnenstroomt. Ervaar het goede gevoel dat dit licht je geeft. Het licht wordt zo groot als een astronautenbol. Het blijft groeien. Nu heeft het de grootte van een ei en het groeit uit tot de grootte van een cocon. Je bent nu volledig omringd door deze veilige witte en lichtgevende cocon. Het voelt gezellig en knus aan.

Zeg nu in jezelf:
      1. 'Wat! Kan ik dat niet? Dit kan ik wel!!'
      2. Denk aan een moment waarop je goed gestudeerd hebt met een goed resultaat tot gevolg
      3. Tweemaal je eigen naam uitspreken
      4. 'Ik blijf trouw aan mezelf'
      5. 'Ik blijf trouw aan mezelf en ik ga ermee door'

Bespreking:

Deze oefening is een voorbeeld van autosuggestie. Veel topverkopers gebruiken gelijkaardige oefening om zich ’s morgens voor te bereiden op een dag met hoge verkoopcijfers. Het geeft je extra energie en dit is altijd meegenomen bij het studeren, niet?

Tip 3. Gedrag:

"Ik voel me klote!" Deze niet zo beleefde uitdrukking geeft nochtans duidelijk weer waar het over gaat. Het gaat gewoon niet. Je loopt te ijsberen, je zweet je te pletter en als je gaat zitten, hang je daar als een natte dweil. Je doet en denkt aan vanalles zolang het maar niet studeren is.

Het is grappig hoe je gedrag en lichaamshouding mee bepalen hoe je je voelt en hoe je denkt over jezelf. Om dit te benadrukken, volgt een kleine oefening.

Oefening:

Kruip eens in het gevoel van 'verdriet'. Denk aan iets triests. Laat je onderuitzakken en zit zoals je zou zitten als je helemaal down bent. 

Kruip nu eens in het gevoel van 'kracht'. Denk aan iets dat je ongelooflijk goed deed en waar je je goed bij voelde. Hoe is je lichaamshouding nu?

Blijf nu zitten in de houding die je hebt bij het gevoel van kracht. Tracht nu het gevoel van 'verdriet' op te roepen zonder van houding te veranderen.

Bespreking:

Lukt niet, hé. Je houding bepaalt immers mee hoe jij je voelt. Niet alleen bepaalt je gevoel je houding. Nee, je houding werkt ook een bepaald gevoel in de hand. Dus de volgende keer als je je slecht voelt, ga je gewoon in de houding van 'kracht' zitten. Binnen enkele tellen begin je ook krachtig te denken en te voelen.