Faalangst bij studeren en 3 manieren om het te herkennen


Ongeveer 30% van de jongeren die hogere studies aanvangt, heeft last van faalangst In het tijdschrift Klasse geeft het meest recente onderzoek aan dat 10% van de kinderen in het middelbaar te kampen hebben met faalangst. Vooral meisjes (meer dan 25%) voelen dit aan als een prangend probleem.

Om je nog een andere kijk op de zaak te geven, heb ik een werktekst (2005-2006) van de Vlaamse Vereniging van Studenten opgenomen.  De tekst gaat over 'drop-out' bij doorstroming naar het hogere onderwijs. Sindsdien blijven de cijfers stijgen.

Deze cijfers lijken mij voldoende sterk om dieper in te gaan op 'faalangst'. "Je kunt het maar beter herkennen," zeg ik dan. 

 Definitie:
Faalangst: een angst om te falen. (wat had je gedacht)

Op zich is elke mens bang om te falen. Dat is helemaal niet erg. Het is juist een motiverende factor. Er is dan ook sprake van faalangst als mensen irrationeel bang zijn om te falen. De angst 'blokkeert' in plaats van 'motiveert'.

Dit blokkeren kan op verschillende manieren tot uiting komen bij het studeren. Je gedrag vertoont op dat ogenblik één van de volgende drie kenmerken:

      1.Altijd te laat beginnen: En dan bedoel ik ook 'altijd'. Een examen van 10 pagina's wordt nog dezelfde ochtend doorgenomen. Bij 100 pagina's begin je de avond ervoor. En bij 1000 pagina's begin je 3 dagen op voorhand. In werkelijkheid presteer je minder dan je eigenlijk aankunt. Je doet jezelf te kort. 

      2.Te moeilijke opdrachten voor ogen houden: Op zich zijn dit telkens mooie opdrachten. Ze hebben spijtig genoeg te weinig te maken met de realiteit zoals gevraagd op het examen. Zo kan je voor een examen van 10 pagina's een hoop leerstof extra opzoeken als achtergrondinformatie (ook goed voor later als ik afgestudeerd ben). Alleen voor een multiple-choice examen heeft dit weinig zin. Ondanks het feit dat je 'over'presteert, blijft de schrik aanwezig dat je de leerstof niet beheerst.


      3.Te detaillistisch werken: Ik begin pas aan pagina 2 als ik pagina 1 volledig ken. Daarmee bedoel ik: "VOLLEDIG". Bij pagina 20 slaat paniek toe en gaat het licht uit. "Hoe zat het ook al weer met pagina 1?" zeg je. Je weet het niet meer. Dus begin je opnieuw. Je durft geen risico nemen met je examenleerstof. 'Alles' dien je te kennen. Ook al wil dat zeggen dat je de materie niet af krijgt en naar het examen gaat met slechts 2/3 van de leerstof te hebben doorgenomen. Over een risico gesproken! 
   
Ja, je herkent het gedrag bij vrienden en andere studiegenoten. Nee, je herkent het gedrag in eerste instantie niet bij jezelf. Erger nog, als iemand je wilt helpen, wijs je deze persoon af. "Ik kan dit zelf wel," zeg je en je bent boos. Dit is logisch. 

Neem even het schema van Dilts erbij. Hieruit blijkt duidelijk dat je gedrag het gevolg is van je vermogen. Dit ligt verankert in je overtuigingen en je waarden. Dit wil zeggen dat je studeergedrag en ook je gedrag door faalangst het gevolg is van je eigen denken en voelen (= overtuiging en waarden). 

Het is dus logisch dat je je eigen gedrag als 'normaal' bestempelt. Je bent als het ware in staat om je eigen 'faalangstig' gedrag te verantwoorden. Deze verantwoording is ook volkomen duidelijk 'voor jezelf'. Je naaste omgeving is in staat om je te wijzen op het blokkerende gedrag. Alleen zal je deze terechtwijzing niet weten te accepteren. Hoe kan het dan wel?

Zelfkennis is al een eerste grote stap in de goede richting. Meestal verkrijg je dit pas door een paar maal stevig tegen een muur aan te knallen. Doe een paar examens en je weet het wel. Je zegt: "ik kom niet toe aan studeren, ik geraak nooit door deze cursus, misschien kan ik dat later nog studeren en dit nog en ...".

Langzaam maar zeker sijpelt het tot je door dat deze zinnen steeds opnieuw door je hoofd spoken. Langzaam maar zeker besef je dat je niet meer toe komt aan studeren. Je begint als het ware te zinken naar de bodem van een diepe en donkere put. Help! Vanaf nu is elke studeeropdracht binnen je studierichting als een wandeling door een donkere en hol klinkende tunnel. 

Dit dieptepunt is eigenlijk je redding. Het is een geschenk dat je aan jezelf geeft. Jij (= identiteit) geeft aan dat je studeergedrag dient te veranderen. Zolang je dit studeergedrag niet aanpast, blijf je in deze tunnel/put zitten. Als je altijd op dezelfde manier reageert, zal je altijd hetzelfde resultaat krijgen. Meer dan ooit geldt deze regel. 

Straffer nog, hoe groter de kloof tussen je eigenlijke gedrag en het studeergedrag dat leidt tot succes, hoe groter de bijsturing om toch te slagen in deze studie. "Je identiteit is in incongruentie met je studeergedrag", zou Dilts zeggen.

Nu je dit weet, kan je de situatie langzaam maar zeker oplossen. De oefeningen die hierbij helpen zijn ook zeer nuttig als je geen faalangst hebt. Ze geven je een extra boost bij het studeren. Dus, doe gerust zonder faalangst mee. Het is verreikend. 

Ook al maak ik een typo bij het schrijven en kan dit niet, soms aanvaarden van hoever je zelf staat, is ok!