Tip bij Examens: je prof doorzien


In 1956 publiceerde een commissie onder leiding van Benjamin Bloom een systeem voor de classificatie van doelstellingen ten behoeve van het geschiedenisonderwijs. De commissie was tot dit systeem gekomen op initiatief van een aantal academici op een bijeenkomst in Boston (1948). Zij wilden graag de beschikking hebben over een algemeen theoretisch model ten behoeve van de onderlinge communicatie tussen examinatoren. 

Het resultaat werd bekend onder de naam 'de taxonomie van Bloom'. Dit systeem is veelvuldig gebruikt, ook in het geschiedenisonderwijs. Het wordt nog steeds gebruikt en is een handig middel voor studenten en docenten om activiteiten van leerlingen en type van examenvragen te ordenen en te benoemen. In bijlage heb ik twee recente teksten opgenomen die gebruik maken van dit systeem. 

Bloom en de zijnen hebben de doelstellingen geordend in een opklimmende moeilijkheidsgraad. Je zou de taxonomie als een trap kunnen voorstellen. Iedere volgende trede is ingewikkelder en omvat steeds de vorige treden.

    1. Kennis: de feiten kennen, weet hebben van procedures, de ontwikkeling van iets kunnen vertellen

    2. Begrip: inzien hoe iets in elkaar steekt, de betekenis ervan begrijpen

    3. Toepassing: in staat zijn kennis in de praktijk toe te passen

    4. Analyse: iets in zijn samenstellende delen kunnen ontleden en kunnen aangeven hoe die delen samenhangen

    5. Synthese: iets nieuws kunnen maken van de samengestelde delen door ze op een andere manier samen te voegen

    6. Evaluatie: een waardering van iets kunnen geven aan de hand van bepaalde criteria

Blijkbaar dienen docenten eerst de kennis aan te reiken, daarna het begrip te laten zien, vervolgens de toepassingen uit te leggen, hierna iets vertellen over analyse, enz. ...
Aan een hogeschool of universiteit wordt de leerstof zeker niet op dergelijke manier aangereikt. Je wordt als student veronderstelt om je cursus zelf op een goede wijze te ontleden en te verwerken. 


In dit kader is het misschien leuk om te weten dat de 'taxonomie van Bloom in vraag is gesteld. Zo ontdekte Hudson dat sommige studenten makkelijker evalueren dan met kennis op te nemen. Hoe kan dit? Het zijn toch opklimmende moeilijkheidsgraden?

Uit het onderzoek van Hudson blijkt ook dat je studenten kan indelen in twee categorieën. Enerzijds heb je de convergerende studenten die graag één antwoord formuleren dat goed is. Anderzijds heb je de divergerende studenten die graag een keuze maken uit antwoorden afhankelijk van het perspectief. 

Je hebt ervaren tijdens de eerste dag dat het jouw zak van sinterklaas is en dat jij deze op jouw unieke manier vult met de informatie die jij belangrijk vindt. Dit wil ook zeggen dat jij aanleg hebt voor één of meerdere punten van de 'taxonomie van Bloom'. 

Een examen gaat echter niet alleen over de punten die jij belangrijk vindt. Zal ik je een geheim verklappen: "de meeste professoren hebben nooit een opleiding genoten om les te geven." Zij geven je zoveel mogelijk informatie en vragen op het examen wat zij belangrijk vinden. 

Hogeschool docenten hebben wel een pedagogische vooropleiding genoten. Ga er maar prat op dat zij ofwel vragen stellen zoals professoren ofwel vragen stellen uit alle elementen van de 'taxonomie van Bloom'.

Het is handig om een proefexamen in handen te hebben. Daaruit kan je vrij snel achterhalen op welk niveau van de taxonomie de vragen gesteld worden. Je weet dan ook vrij snel dat je dat niveau dient te halen.