Stress bij examens


Stress, ook bij examens is een vorm van spanning die in het lichaam van mensen optreedt als reactie op externe prikkels. Het uit zich in 3 fases. Ten eerste wordt je gealarmeerd, daarna ga je je aanpassen of verzetten en ten derde volgt de fase van uitputting.

Van zodra je in een stresssituatie komt (alarm), begint het lichaam stimulerende stresshormonen aan te maken zoals Adrenaline. Deze verhoogt de alertheid en geeft meer energie. Hierdoor kan je snel actie ondernemen (aanpassen of verzetten). Maar ook andere hormonen komen vrij zoals Cortisol. Het zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten in spieren worden afgebroken waarbij glucose (energie) vrijkomt. Zo wordt het verlies van energie door de verhoogde alertheid weer gecompenseerd (uitputting).

Dit mechanisme kan in werking treden in combinatie met angst. Ik denk hierbij bijvoorbeeld terug aan de oertijd waar het van levensbelang was om snel en adequaat te reageren op een aanstormende beer. Loop ik weg of val ik zelf aan? Een vraag en reactie die je best vrij snel neemt in een dergelijke situatie. Wetenschappers noemen dit ook wel de vecht- of vluchtreactie (ook wel vecht-, vlucht- of vriesreactie). Dit verdedigingsmechanisme behoedt ons voor gevaar in extreme situaties.

Zo zie je maar dat stress ook positief kan zijn. Dit blijkt ook uit volgende studie. Reeds in 1908 legden Yerkes en Dodson in een empirische wet vast dat er een relatie is tussen het stressniveau en de prestatie.



Er blijkt een optimale stress situatie te zijn die een maximale prestatie geeft. Is er geen of te weinig stress dan is het prestatieniveau laag. Is het stress niveau echter te hoog dan verminderd de prestatie. Voor cognitief moeilijke taken is de mate van stress meestal lager dan voor taken waarbij een beroep op het lichamelijke uithoudingsvermogen wordt gedaan. 

De Yerkes-Dodson wet is een zeer belangrijk element voor leertheorieën. Je hebt gewoon een goede dosis stress nodig om te leren!

(De Yerkes-Dodson wet is voor het eerst vastgesteld door Robert M. Yerkes en John D. Dodson, “The Relation of Strength of Stimulus to Rapidity of Habit- Formation” (1908) Journal of Comparative Neurology and Psychology, 18, 459- 482.)


Stress wordt van individu tot individu zeer verschillend ervaren. Sommige mensen staan bijvoorbeeld open voor uitdagingen en beleven plezier aan de bijhorende spanning (eustress), terwijl anderen zulke uitdagingen juist als bedreigend zien (distress). 

Sommigen kijken met plezier naar griezelfilms, anderen niet. Als stress niet in het belang van een persoon is en als een nare ervaring wordt gezien, spreken we van negatieve stress.

Als een mens te lang stress ervaart of als deze te intens is (bij een psychotrauma), kan dit zeer nadelige gevolgen hebben voor lichaam en geest. Lichamelijk ontstaan er dan mogelijk jachtige gevoelens, hoofdpijn en spierpijn, slaapproblemen, maagzweren en hart- en vaatziekten. Geestelijk kan te veel stress verantwoordelijk zijn voor nervositeit, overspannenheid, depressie, burn- out en angststoornissen.

Selye heeft op basis van deze kenmerken een lijst met drie categorieën opgesteld. Het is de combinatie van kenmerken die aangeven dat je stressniveau te hoog is.

         1. Gedrag/emotioneel

           Afzondering, besluiteloosheid, defensief gedrag, depressie, excessief alcoholgebruik, excessief roken, prikkelbaar, gillen, klagen, kritiek op anderen, minder initiatief, nagelbijten, onrustheid, ontkenning, paniek, prettige ervaringen zijn onbevredigend, regelmatig tandenknarsen (bruxisme), rusteloosheid, schrokkend eten, stemmingswisselingen, verwijten maken aan anderen, wantrouwen, woede en vijandigheid, zelfmoordneigingen

         2. Geestelijk

           Afgenomen creativiteit, concentratieverlies, geen aandacht voor details, gering bewustzijn van externe prikkels, meer op het verleden dan op de toekomst gericht, preoccupatie, vergeetachtigheid, verminderd fantasieleven

         3. Lichamelijk

           anorexia, beven, tics en stuipen, chronische vermoeidheid, constipatie, diarree, droge mond, gebogen lichaamshouding, gespannen spieren, hartkloppingen, hoofdpijn, hyperactiviteit, indigestie, maagklachten, jeukende schedel, koude, klamme handen, kramp in de handen of voeten, misselijkheid en/of braken, niezen, slapeloosheid, te veel eten, toegenomen urinelozing, transpirerende handpalmen, uitslag, verlies van eetlust, verminderde seksuele drift, verstoorde motorische vaardigheden, verwijderde pupillen

Bij extreme vormen van langdurige stresssituaties gaat het lichaam een ander verdedigingsmechanisme instellen. Wilmar Scaufeli en Christina Maslach hebben het dan over 'burnout'. 

Belangrijk uit deze theoretische achtergrond is het feit dat je bij jezelf dit gedrag kan herkennen. Dat je weet dat het normaal is dat je zenuwachtig bent net voor een examen. 

Dat je weet dat je door je cursus opzij te leggen tot tijdens de blok of je examens je stress gaat opbouwen en dat als het niveau te hoog wordt, je cognitieve capaciteiten ondermijnd worden.