3 Tips om sneller inzicht te verkrijgen bij het lezen


Hoe sneller je vertrouwd bent met je boek hoe sneller je een so-smart doendoel kan formuleren. Om dit proces te ondersteunen, geef ik een inzicht mee in types van lectuur en types van lezen.

Soorten lectuur:

Het begin is onwennig. Het is een afwegen van factoren om de juiste combinatie van verschillende vaardigheden te vinden en goede leesgewoonten te ontwikkelen. Er bestaan geen algemene regels. Wel dien je de belangrijkste gedachten of belangrijkste details op te sporen. Het lokaliseren van de hoofdgedachte en de belangrijkste details veronderstelt de bekwaamheid een tekst intensief door te vliegen. 

Bij vragen (vgl. doendoel) lokaliseer je ook de plaats voor hun antwoord. Tracht telkens een analyse te maken van de te lezen tekst die je combineert met een structuurschets. Dit helpt je de hoofdgedachte te vinden. Je kan nadien de beweringen van de schrijver in hun belang en samenhang te toetsen. Dit bevordert het begrip. 
  
Belangrijk zijn je eigen intenties. Het doendoel is immers geformuleerd in functie van je eigen outcome. Niet de media, noch de stof bepaalt wat jij ermee wilt doen. Doe dat gewoon zelf. 

Misschien helpen volgende elementen je:

Tip 1. 

Voor een boek te lezen is het belangrijk om de leerstof die erin verwerkt zit snel eruit te halen. Daarom bestudeer je volgende elementen:

      titel, de naam van de schrijver, stofomslag, vermeldingen op de titelpagina en de achterkant daarvan, voorwoord, ten geleide, inleiding, inhoudsoverzicht, hoofdstuktitels, sprekende hoofdregels, marginale noten, voetnoten, afbeeldingen, tabellen en statistieken, samenvattingen, registers, lijsten van vreemde woorden en vaktermen, bronvermeldingen en literatuurlijsten, nawoord, reclame van de uitgever.

Maak een duidelijke keuze uit de mogelijkheden die voorhanden zijn. Creëer in je hoofd al een eerste overzicht om het eigenlijke lezen en leren zelf te ondersteunen. Stel een aantal vragen die je vooruit helpen. Een  copie van een proefexamen is handig meegenomen. 


Tip 2. 

Een wetenschappelijk artikel volgt meestal een vaste structuur. Maak je de kenmerken van dergelijke structuren eigen. 



Tip 3. 

Voor literatuur en poëzie dien je bewust te zijn van volgende aspecten:

      a. plot: basistructuur van gebeurtenissen in een roman

      b. thema: waar het plot over gaat

      c. filosofie: de gedachte die het werk als geheel beheerst en vaak beschouwd kan worden als het commentaar van de auteurs op het thema

      d. standpunt: mening schrijver of fysieke standpunt van waaruit de beschreven gebeurtenissen beschouwd worden

      e. karakterontwikkeling: betreft de veranderingen die de personen in het verhaal ondergaan

      f. stemming en sfeer: de manier waarop de schrijver een gevoel van werkelijkheid of onwerkelijkheid oproept en de emotionele eractie van de lezer

      g. plaats en tijd van handeling: plaats en periode waarin de gebeurtenissen plaatsvinden

      h. beeldspraak: gebruik van retorische figuren en metaforen

      i. symboliek: dat het een de plaats inneemt van het andere of het vertegenwoordigt

      j. taalgebruik: de gebruikte taal is altijd onthullend en als u daar goed op let zult u vaak een veel dieper inzicht krijgen in de nuances van de betekeis en stemming in het boek

Bij poëzie kunnen bijkomende punten nog meer helpen: 

      1. snel overzicht krijgen zodat u weet waar het ruwweg over gaat

      2. Daarna snel lezen, maar iets grondiger om een preciezer idee te krijgen van de manier waarop de regels met elkaar in verband staan en hoe de bedoeling en het ritme samenhangen en zich ontwikkelen

      3. Lees het gedicht op uw gemak door en concentreer u op bijzondere belangwekkende gedeelten

      4. Lees het gedicht luidop en met de juiste intonatie